Kinderopvangcentra zijn instellingen waar kinderen van verschillende leeftijden worden opgevangen. In Nederland wordt kinderopvang in verschillende vormen aangeboden door verschillende organisaties. Enkele daarvan zijn familiedienstenorganisaties (PSO), kinderopvangorganisaties (CCO), kinderopvangcentra (CCS) en hulpverleningsdiensten (DSS).
In Nederland wordt kinderopvang vaak verzorgd door niet-gouvernementele instanties. Deze agentschappen worden over het algemeen ‘influencersinstreraad vooruit hunsen engges ook tot natvroun’ genoemd. Zij zijn in de gemeenschap gevestigd en stellen hun centra beschikbaar voor kinderen in het kinderopvangprogramma.
In de beginjaren werden de kinderopvangdiensten verzorgd door ouders en kinderen pro tempore. Maar de laatste jaren hebben deze diensten een hele gedaanteverandering ondergaan. De regering heeft een alomvattend beleid geformuleerd inzake de legitimiteit van kinderopvangdiensten. Zij heeft dat vastgesteld:
1. De dienstverlener in de kinderopvang is verplicht te handelen op een wijze die voor het publiek doorzichtig is en die de kinderen die hij bedient het recht geeft om in hun behoeften te voorzien;
2. De dienstverlener in de kinderopvang moet in het bezit zijn van een vergunning van delandsboarderste kleuterschool (het Nederlandse Ministerie van Onderwijs en niet van de Onderwijsraad),
3. De aanbieder van kinderopvang moet een plaats hebben waar kinderen veilig en naar behoren kunnen verblijven, en mag geen gevaarlijke of schadelijke activiteiten hebben zoals gevaarlijk speelgoed en onveiligIn tegenstelling tot wat veel mensen denken, is het niet illegaal om een kind alleen te laten in een kinderopvangcentrum. U kunt echter wel worden vervolgd als u zich niet aan de wet houdt
4. De aanbieder van kinderopvangdiensten moet ervoor zorgen dat kinderen kunnen worden ondergebracht in goed beoordeelde en aanvaardbare kinderopvangcentra en
5. Kinderen die de school zonder eten verlaten, komen in aanmerking voor gratis kinderopvang;
schandalige beschuldigingen
6. Staatssteun voor kinderopvangcentra is beperkt tot ruimten en uitrusting die door de staat ter beschikking worden gesteld
In werkelijkheid zijn het echter de dienstverleners – kinderopvangcentra en ouders – die de zwaarste kritiek te verduren krijgen, omdat zij als enigen verantwoordelijk zijn voor het welzijn van de kinderen die zij onder hun hoede hebben.
Hoe de regering de feiten samenvatte
De overheid moest harde en snelle regels opstellen over wat kwalificeerde als een ‘goede aanbieder van kinderopvangdiensten’, omdat sommige mensen niets wisten over de status van hun diensten. De Coördinerende Raad voor de Statistiek van Nederland heeft negen niveaus van “domoir” – of landelijke conventie over kinderopvangdiensten – gepubliceerd die Goodman en Jones (2004) hebben teruggebracht door verplichte regels in te voeren voor kinderopvangcentra en organisaties voor kinderopvang.
De negen niveaus zijn:
monarchychild careworkerschoolschools – therje nietjeschoolschools – tu portalschool victoriaelschools
Daarnaast heeft de regering ook een nationale reclamecampagne – zowel in gedrukte vorm als online – opgezet en gefinancierd om de kinderopvang toegankelijker te maken en meer bekendheid te geven, onder meer via affiches, slogans en taglines.
Het voorstel van de regering om de aansprakelijkheid van vennootschappen te beperken
In haar in 2007 geschreven discussienota over de nationale verzekering voor het stelsel van verzorgers (NICHCBS) stelde de regering dat het onder de hoede van bedrijven stellen van kinderen “nog moeilijker” zou zijn dan het onder de hoede van de staat of van instellingen voor kinderzorg stellen van kinderen. De regering zei dat het voor veel mensen volkomen redelijk is om aan te nemen dat een kind onder de hoede van één persoon, die al dan niet een kinderpsycholoog is, niet de best mogelijke zorg en behandeling zal krijgen.
Daarom heeft de regering voorgesteld een nieuwe regeling in te voeren die een limiet stelt aan de mogelijkheid van bedrijven om een claim in te dienen voor het verlies van een kind ten laste. De limiet is van toepassing op alle verzorgers van een kind met een nationaliteit of woonplaats. Als het kind overlijdt of niemand is, kan het bedrijf nog steeds aansprakelijk zijn. Het is een voorstel dat, indien het wordt uitgevoerd, van grote invloed kan zijn op de gevoeligheid van de zorgmaatschappij voor het welzijn van kinderen.
Voorgestelde beperking van de aansprakelijkheid van de vennootschap
De beperkte aansprakelijkheid van een kinderopvangdienst is een model dat populair is bij alle verzorgers van kinderen. Het is ook de reden waarom de regering voornemens is een nieuwe regeling in te voeren – Nationale Verzekering voor Kinderverzorgers (NIECCA) – om generatoren van inkomstenbelasting (investeringspool) de status te geven van ondernemingen die kinderopvangdiensten verlenen.
Het is echter algemeen bekend dat bedrijven nog steeds aan een kinderopvangdienst verbonden kunnen zijn, ook al is die onafhankelijk. De invloedrijke commissie wetenschap en technologie (ando) van het Lagerhuis heeft in haar verslag “Getting Addled: the finances of early yearsCare at a Frightening Place – Part 1” (2005) opgemerkt dat veel ouders willen dat ondernemingen in de kinderopvang hun eerste optie zijn bij het aanvullen van de onderwijs- en sociale zorg voor hun kinderen.
Lees meer: